Attitude
Indicator 1.1 De docent is een lerende en innoverende professional.
1.1.1. De docent toont aan dat hij een lerende professional is die zelfstandig, creatief en kritisch gebruikt maakt van de (nieuwe) mogelijkheden van ICT bij leren, lesgeven en organiseren van onderwijs. Digiborden, iPads, computers, maar ook mobieltjes zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit het hedendaagse onderwijssysteem. Tijdens mijn lessen probeer ik daarom op verschillende manieren ICT te gebruiken. Als ik bijvoorbeeld met een nieuw onderwerp begin, gebruik ik vaak een PowerPoint als ondersteuning. Hiermee probeer ik de les aantrekkelijker en actiever te maken. Tegelijkertijd hou ik rekening met verschillen tussen leerlingen (visuele leerstijl). Hieronder vindt u een screenshot uit een (willekeurige) PowerPoint-presentatie:

Tijdens de lessen Nederlands werk ik met de methode Ta!ent. Deze methode heeft een e-pack, dat ik op verschillende manieren inzet (tijdens computerlessen, als differentiatie en/of als huiswerk). Ta!ent heeft ook een e-pack versie waar je de voortgang van de leerling mee kan bijhouden. Helaas heb ik daar nog niet mee kunnen werken, omdat wij deze versie in de onderbouw gebruiken en ik lesgeef aan de bovenbouw. Hieronder vindt u een screenshot van de homepage van de digitale component van Ta!ent:

Ik vind het voordeel van digitale opdrachten dat leerlingen directe feedback krijgen.

Voor de organisatie van mijn onderwijs gebruik ik de website It's Learning. Deze site wordt door al het personeel van het Leon van Gelder vrij intensief gebruikt. Ik ben de afgelopen drie jaren ook meer met It's Learning gaan werken. Ik maak voor mijn klassen mappen aan waar ze planningen, PowerPoints en linkjes naar websites of filmpjes kunnen vinden. Daarnaast bied ik ook ander lesmateriaal aan en plaats ik opdrachten die leerlingen digitaal kunnen inleveren (als back-up, maar ook zodat ze er thuis aan verder kunnen werken). Het voordeel van opdrachten digitaal laten inleveren is enerzijds de bereikbaarheid van het materiaal en anderzijds de mogelijkheid tot plagiaatcontrole en het instellen van een deadline. Hieronder vindt u een screenshot van It's Learning. U ziet een mapje die leerlingen kunnen vinden bij het vak Nederlands jaar 4 (LVG NE jr4) en waar ze vervolgens hun eigen clustergroep kunnen aanklikken voor het lesmateriaal:

Verder gebruik ik Magister om mijn onderwijs te organiseren. Net zoals het It's Learning platform is Magister een onderdeel van de dagelijkse gang van zaken bij ons op school. Dit digitale volgsysteem biedt vele voordelen: naast het invoeren van huiswerk en absenties, kunnen de cijfers en het LVS (leerlingenVolgSysteem) worden bijgehouden. Hieronder vindt u een screenshot van Magister met een cijferoverzicht van periode 1 en 2:

Daarnaast gebruik ik het als vakdocent en mentor om de logboeken van (mentor)leerlingen bij te houden, zodat ik mijn collega's en het ondersteuningsteam kan informeren. De namen heb ik wegens privacyredenen weggehaald. Hieronder vindt u een screenshot van Magister met een overzicht van het logboek van een mentorleerling:

1.1.2. De docent toont aan dat hij beschikt over de overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en te integreren in betekenisvol onderwijs. Bij 1.1.1. heb ik al aangeven dagelijks gebruik te maken van ICT in mijn onderwijs. Naast It's Learning en/of Magister gebruik ik eens in de paar weken een Kahoot of Socrative quizz. Deze 'student- response- systemen' zet ik meestal in als afsluiter van een bepaald onderwerp of als laatste voorbereiding van een toets. Ik merk namelijk dat sommige leerlingen hier echt baat bij hebben: dat ze de leerstof vanuit de theorie lastig vinden (bv. signaalwoorden), maar het in korte vragen, met visuele ondersteuning, wel snappen. Ook met dit soort quizzen hou ik rekening met verschillende leerstijlen en vind ik het positief dat leerlingen meteen feedback krijgen. Daarbij merk ik dat dit soort opdrachten motiverend is voor jongens. Door het competitieve karakter nemen vooral zij actiever deel aan de les. Daardoor vind ik het als docent minder geschikt om leerstof echt uit te leggen (vooral Kahoot). Zeker als je als docent na elke vraag iets klassikaal wil behandelen; het tempo ligt dan te laag en leerlingen waarderen dat niet. Een andere beperking zou kunnen zijn dat leerlingen wifi nodig hebben om deel te kunnen nemen aan een 'game'. Onze school had vorig jaar problemen met de wifi en dat gaf bij de meeste leerlingen problemen (ze willen doorgaans hun data niet aan school 'verspillen'). Daarnaast heb ik ook wel meegemaakt dat het digibord niet werkte of het geluid niet aanging. Het kan dus vervelend zijn als je je lesorganisatie op 10 min. Kahoot hebt afgesteld en je tegen technische problemen aanloopt.

Op bovenstaande afbeelding is een screenshot van mijn mobiel te zien. Ik heb een 'werkmapje' met daarin een aantal apps. Soms kom ik via onderwijsartikelen of berichten via Facebook (ik ben lid van de groep Leraar Nederlands) leuke tips op het gebied van ICT tegen. Zo wil ik voor mijn volgende mentorgroep als kennismaking een GooseChase maken en wil ik op termijn iets met Nearpod gaan doen.
Indicator 1.2 De docent is een flexibele en adaptieve professional.
1.2.1. De docent toont aan dat hij kan inspelen op onderwijskundige veranderingen en behoeften met betrekking tot het gebruik van ICT. Ik ben me bewust van de snelle technologische ontwikkelingen, die niet alleen invloed hebben op het onderwijs maar ook op de hedendaagse maatschappij. Soms lijkt het onderwijs hier nog een achterstand in te hebben. Zo werken veel vakken op onze school met een papieren methode, terwijl het aanbod van digitale middelen groot is. Het digitaliseren van onderwijs is de laatste jaren een 'hot item'. Zo stelt de Onderwijsraad dat digitaal onderwijs mogelijkheden biedt om aan te sluiten op hedendaagse verwachtingen ten aanzien van onderwijs. Er kan meer maatwerk worden geboden en het kan helpen om het onderwijsproces aantrekkelijker en effectiever te maken: leerlingen kunnen op hun eigen tempo en op eigen niveau werken, er kan directe feedback worden gegeven of er kan meer actuele en meer gevarieerde leerstof worden gebruikt. Daarnaast draagt ICT bij om informatievaardigheden bij leerlingen (verder) te ontwikkelen. Dit zijn kortom allemaal belangrijke vaardigheden en voorwaarden om in de 21e eeuw aan te voldoen.
Ik geef drie keer per week de les Nederlands aan een klas. Twee lessen zijn in een theorielokaal en één les van 55 minuten in een computerlokaal. Naast het e-pack van Ta!ent gebruik ik andere (schrijf-)opdrachten om het zelfstandig, maar ook het samenwerkend leren te bevorderen. Soms gebruik ik daarvoor de krant 7Days en laat ik ze bijvoorbeeld in tweetallen een artikel schrijven. Soms doen ze dat indivudueel en laat ik ze op het eind doorschruiven en geven ze feedback op elkaars schrijfwerk. Het voorbeeld dat ik wil laten zien, is een les uit het e-pack van Ta!ent. Tijdens de vorige les heb ik de spellingsregels van de verleden tijd met ze behandeld. Deze computerles moesten ze in tweetallen de oefenopdrachten maken en daarna individueel de toets. Ik had van tevoren tweetallen gemaakt, waarbij ik rekening hield met de niveauverschillen. Bij deze oefening moesten ze na elke twee opdrachten afwisselen en de opdracht hardop denkend maken. Ik wilde hiermee bereiken dat de zwakke leerling meer inzicht en een betere beheersing van de spellingsregels zou krijgen. Voor de sterke leerling bood het de uitdaging om de regels uit te leggen. Hieronder vindt u een screenshot van een aantal oefeningen die de leerlingen hebben gemaakt:

Indicator 1.3 De docent is een reflecterende en onderzoekende professional.
1.3.1. De docent toont aan op methodische wijze ICT-gebruik te analyseren om zo systematisch verbeterpunten in zijn lespraktijk toe te passen en te beoordelen op effectiviteit. Hiervoor wil ik graag mijn ICT-didactiekportfolio aanvoeren als bewijs.
1.3.2. De docent toont aan dat hij zoekt naar (interdisiplinaire) samenwerking met collega's die in een vergelijkbare situatie rondom onderwijs en ICT verkeren. Ik heb nog nooit een enquête over de inzet van ICT bij collega's afgenomen. Om aan te tonen dat ik dit wel zou kunnen, heb ik via SurveyMonkey een korte enquête gemaakt. Ik heb wel eerder enquêtes gemaakt (voor mijn studie en werk), maar gebruik daar eigenlijk altijd It's Learning voor. Het leek mij interessant om eens een ander programma te gebruiken en ik heb daarom een aantal vragen met betrekking tot ICT bedacht. Hieronder vindt u een screenshot van mijn SurveyMonkey-enquête:

Indicator 1.4 De docent is een samenwerkende professional.
1.4.1. De docent toont aan dat hij opgedane ICT-kennis en vaardigheden met andere docenten kan delen om zo nieuwe kennis te construeren. Zoals ik eerder al aangaf werk ik veel met It's Learning en plaats ik daar veel lesmateriaal op. Dit materiaal is niet alleen voor mijn leerlingen, maar ook voor collega's te bereiken. Het komt geregeld voor dat we in de vakgroep afspreken om een bepaalde opdracht voor alle klassen daarop te plaatsen. Ik maak dan bijvoorbeeld een inleveropdracht voor een boekverslag en kopieer dat vervolgens naar alle andere klassen. Ook komt het weleens voor dat ik in de mappen van collega's (uit voorgaande jaren) ga neuzen om te zoeken naar inspirerend lesmateriaal. Soms neem ik deze over en soms pas ik de opdracht iets aan. Andersom gebruiken collega's ook opdrachten van mij.
Naast It's Learning gebruik ik ook weleens materiaal van 'het schoolvak Nederlands'. Sinds twee jaar ben ik lid van de Facebookgroep 'Leraar Nederlands', waar leden (les)materiaal op een drive kunnen plaatsen. Tot nu toe heb ik er alleen maar lesmateriaal afgehaald, maar ik ben zeker van plan om er later ook zelf lesmateriaal op te zetten. Op dit moment heb ik het druk met mijn werk, studie en mijn twee kinderen. Als ik meer tijd en ervaring heb, waarin ik goede en activerende lessen heb bedacht, wil ik ook meer lesmateriaal buiten het Leon van Gelder gaan delen. Hieronder vindt u een screenshot van de drive van het schoolvak Nederlands: (https://drive.hetschoolvaknederlands.nl/)

1.4.2. De docent ondersteund en motiveert collega's en leerlingen in hun ICT-ontwikkeling. Helaas kan ik hier geen concrete bewijzen voor aanleveren. Binnen de vakgroep Nederlands help ik collega's weleens met It's Learning of het e-pack . Vooral de oudere vakgroeps-genoten werken minder met de ELO of de digitale methode van Ta!ent. Vaak weten ze dan niet waar ze iets kunnen vinden of zijn zich niet bewust van de voordelen van de digitale middelen. Ook help ik ze door opdrachten of klassen voor ze aan te maken in It's Learning.
Buiten de vakroep heb ik onlangs mijn collega van Handel & Administratie de mogelijkheden van Webnode laten zien (toch zelf enthousiast geworden door deze opdracht:) en hij gaf aan het te willen inzetten in zijn lessen. Leerlingen moeten binnenkort een eigen bedrijfje opzetten (als opdracht) en dit vond hij een leuke toevoeging. Tot slot wil ik verwijzen naar 4.2.3. waar een een voorbeeld van Storybird laat zien. Een paar leerlingen vonden het maken van een digitaal prentenboek zo leuk, dat ze daar thuis mee verder zijn gegaan.